Over mij als Coach.. en mens
Werk en privé lopen bij mij niet snel in elkaar over.
Maar als professional en mens ben ik wel één en dezelfde persoon.
De opleidingen die ik heb gedaan, zoals Co-Active Coaching en The Act of Leadership en Organization and Relationship Systems Coaching, vereisten ook
verdere persoonlijke ontwikkeling om als professional te kunnen groeien.
En ervaringen en inzichten die ik buiten werk heb opgedaan, in binnen en buitenland en in allerlei sociale verbanden, gebruik ik ook in coaching.
Voor zover dat mijn cliënten dient.
Of de cursisten die ik train bij MARK Academy voor levenskunst.
Als je wilt weten wie ik ben, dan is een kennismaking het handigst.
Maar lees gerust ook verder over hoe ik van m'n jeugd tot nu toe, relaties in allerlei vormen heb ervaren. En wat die voor mij betekenen.
En waarom ik eraan hecht dat we relaties de ruimte geven om zich te blijven ontwikkelen.
Prinsen en prinsessen
Als puber worstelde ik ermee: hoe kan ik in hemelsnaam ooit in één persoon, één lief, vinden waar ik allemaal van houd? Zolang die nog niet op een wit paard verscheen, besloot ik m’n diverse vrienden en vriendinnen maar te houden. Met bijna ieder van hen deed ik weer wat anders. En had ik wat anders. In ieder geval een eigen soort lol.
Ik besloot toen: ik kan van iemand houden om wie die is, als mens. Man of vrouw.
Nummer 1
Sinds ik mijn partner ken, mijn “nummer 1”, geldt voor mij: er is maar één nummer 1. Daarnaast maak ik ruimte voor andere waardevolle vriendschappen.
Hoop
Toen ik opgroeide, waren de meeste ooms en tantes die ik kende getrouwd. En dat bleven ze in die tijd ook lang.
Een hele enkeling deed het anders, bleef zelfstandig - maar niet eenzaam. Dat vond ik ergens wel stoer. Anderen trouwden vaker achtereen - en gingen dus ook vaker uit elkaar.
Het leek me wel een hard gelag, dat met elkaar breken. Ondanks witte duiven tijdens de bruiloft en een honeymoon ver weg. Ik concludeerde: eenmaal samen, begint het echte spel blijkbaar pas.
Ik was nog jong maar ik kreeg wel af en toe een glimp mee van het verdriet en gedoe als het leek of ze geen kant meer op konden. En het steeds moeizamer ging.
Jaren later vroeg ik me af: zouden ze alles hebben geprobeerd wat mogelijk was? En wil dat nog, als het al een tijd helemaal niet gaat zoals je hoopte?
Ademruimte
Ik heb later zelf ervaren hoe belangrijk ik het vind om in een relatie voldoende ruimte te houden. Zodat ik kan ademen en bewegen. Letterlijk en figuurlijk. Ik heb behoefte aan speelruimte, dingen eens te proberen. Zo blijf ik soepel, alert en het geeft me plezier.
Ik koester dan ook het vertrouwen dat we in elkaar hebben.
Van wat ik elders heb gezien, geproefd en ervaren, breng ik zo nu en dan wat in, bij ons. Ook al kan ik rekenen op een kritische toets.
Verre verbindingen
In de ene helft van mijn familie zijn nogal wat mensen vroegtijdig omgekomen. Omgebracht. Dat was nog voor mijn tijd. Als kind was ik me er nauwelijks van bewust dat zoiets gaten slaat. Maar ik merkte wel dat wat er niet was, op de achtergrond toch vaak m’n aandacht vroeg.
Rond m’n 14e nam dat toe; ik had graag ook wie er niet meer waren zelf meegemaakt, me laten inspireren, met ze gediscussieerd. Om met nog meer overtuiging mijn richting op te gaan.
In vriendschappen en relaties leerde ik allerlei kanten van mezelf beter kennen. Maar iets zei me dat er nog zoveel meer mogelijk was - waar ik nu nog niet bij kon.
Intuitief leidde me dat naar meer in verbinding proberen te komen met deze voortijdig verdwenen familieleden. Met de mensen in plaats van de gaten. Blijven staren naar die enkele naam of overlijdensdatum die voorhanden was, volstond niet.
Stromen
Ik volgde de drang achter deze onvrede. Ik zocht en probeerde. Meestal met kleine stappen en veel wachten, dan een paar grote en een doorbraak. Zo heb ik ontdekt dat mijn verhouding met uit beeld verdwenen familie een andere inhoud kan krijgen. En dat het wel weer kan stromen. Ik ben blij dat ik openingen, toegang tot die levenskracht, inspiratie, liefde zo je wilt, heb ontdekt. En me meer verbonden voel.
100% snappen? Nee. Gebruiken? Ja!
Ik doorgrond rationeel niet volledig wat er nu precies wil “stromen” in een familie. Noch hoe het nu precies zit met zgn. familiesystemen. Maar dat hindert me niet om ook daarover te blijven leren en ondertussen steeds meer te waarderen en te koersen op wat ik voel en oppik. En daar bewust gebruik van te maken, als ik vermoed dat er iets waardevols wacht.
Samen en apart
Ik houd van zo nu en dan solo op reis gaan. Op de motor door de bergen en naar een bruisende buitenlandse stad. Tot mezelf komen. En andere mensen ontmoeten.
Onderweg al voel ik me zo vrij als een vogeltje.
Temeer omdat ik merk dat dit bij “ons” ook kan. We hebben in het prille begin tegen elkaar gezegd: laten we vooral ook dingen zelfstandig (blijven) doen. Daarin zitten we op een lijn.
Buitenlandse ontmoetingen
Spontane, bijzondere of spannende ontmoetingen met “locals”, doen me heel goed.
Mensen met een eigen, andere geschiedenis, culturele bagage en mores. Een andere keuken, een eigen kijk op wat er toe doet in het leven.
In contact met hen doe ik nieuwe inzichten op.
Over hen, maar natuurlijk ook over mij. En over mijn relatie.
Dat voelt niet niet altijd comfortabel. Maar dat heb ik er voor over. Ik wil leren.
Mijn insteek is: Wie weet wat er mogelijk wordt als we eens nader kennismaken. Elkaar een bezoek gunnen.
R-e-s-p-e-c-t
Ik respecteer ieders keuzes over relaties, gezinsleven en familie. Ik ga er in beginsel vanuit dat mensen die om elkaar geven, het ‘t liefst goed willen hebben met elkaar. En daarvoor willen proberen te doen, wat nodig is.
Dat je het meer dan goed wilt hebben met je partner en voldoende goed met een ex, zie ik als een diep menselijke behoefte.
Volgens mij overstijgt dat gender(-identiteit en expressie), of je met z’n tweeën bent of met meer, in een liefdesrelatie, of een andere (intieme) constructie.
Wat ik wil zeggen: je kunt bij mij zijn wie je bent.
Jullie zijn welkom.
Kinderwens
Oer
Als 12 jarige dacht ik wel eens: zelf wil ik later wel een groot gezin. Met bijvoorbeeld vijf kinderen. Allemaal grappig, talentvol en lief natuurlijk.
Maar tot ruim na m’n studie wist ik zeker dat ik nog veel te veel met mezelf bezig was. Kinderen moest ik dat niet aan willen doen.
En ik liet me niet op andere gedachten brengen.
Jaren later stond in de krant een klemmende oproep: pleegouders gezocht in de regio.
We probeerden ons voor te stellen: wat betekent dat, een of meer pleegkinderen in huis? Wat kunnen en willen we hen bieden? Hoe beïnvloedt dat ons leven?
Terwijl we ons dus oriënteren op tijdelijk kinderen van anderen een thuis bieden, komt het weer helemaal terug: m’n eigen kinderwens. Die voelt als oer, diep. En zoekt een weg.
M’n partner en ik realiseren ons dat we in ons huis, hart en leven ruimte willen maken voor kinderen. In wat voor vorm ook.
Het rare was, ik had nog geen flauw idee over hoe dit dan gestalte moest krijgen. Mijn partner en ik zijn mannen; een vrouw, moeder, co-ouder was nog helemaal niet in beeld.
Terwijl ik zeker wist: als er een kind komt, dan wil ik dat die beide ouders in zijn/haar leven heeft. Dat zowel vader (ik in dit geval) als moeder daarin present zijn.
Durf
Het vroeg veel meer durf, eerlijkheid en mezelf bij de kladden pakken dan ik had bevroed. En stuurmanskunst om zowel in golven met oergevoel en emoties als in golven van nadenken en praten over allerlei scenario’s overeind te blijven.
Dankbaar
Ik ben mijn partner zo dankbaar. De steun en het vertrouwen in mij en in ons om dit avontuur dat het leven ingrijpend kan veranderen aan te gaan; hij brengt dat op.
Dat geldt natuurlijk ook voor de vrouw die ik leerde kennen met een vergelijkbare kinderwens. En die moeder is geworden. En co-ouder, samen met mij, van meet af aan.
Dat ik dit met hen mag beleven - ik koester het met heel m’n hart.
En ja, ik stel nu andere prioriteiten. Haal uit weer andere dingen voldoening en energie. Ik geniet me doorgaans te pletter van onze zoon, wat hij inbrengt, hoe hij groeit en van hoe we samen zijn. En van wat dit alles ons allen brengt.
Wat ons nu past, is anders dan voorheen
Lang?
Mijn relatie met mijn partner, degene van wie ik houd en met wie ik leef, bestaat al vele jaren. “Oh, zijn jullie al zo lang bij elkaar?” is vaak de reactie. Toch voelt het voor mij niet als “lang”. Daarvoor put ik er teveel steun en plezier uit. En zit er genoeg beweging in.
Dat gaat echter niet zomaar, vanzelf. We houden van elkaar en dat geeft een fantastische basis, maar daarmee zitten we nog niet automatisch meteen op een lijn. We hebben niet hetzelfde tempo. We zijn niet automatisch aan hetzelfde toe.
Wat ik een paar jaar geleden belangrijk vond voor ons, is dat niet perse nog steeds. Net zomin wat ik een tijd geleden fijn vond, dat nog steeds moet zijn. Wat ik inbreng in onze relatie, verandert ook. Dit geldt voor ons beiden.
We zijn er zelf bij
De enorme steun, het plezier, de warmte en liefde die ik voel als wij het echt fijn hebben met elkaar, is me heel veel waard. Net als de voldoening die het me geeft als ik zie wat we voor elkaar krijgen, als wij samen optima forma draaien.
Dus er is me veel aan gelegen dat onze relatie er steeds een is, waar we uitstekend bij gedijen. Dat betekent wel dat die zich verder moet kunnen ontwikkelen. Ik realiseer me terdege dat we daar zelf verantwoordelijk voor zijn. En hulp vragen mag.
Floreren
Ik gun alle liefhebbende partners in de wereld een florerende relatie; een waar je samen uitstekend bij gedijt. Dat zie ik als een weldaad. Voor jullie samen. En jullie naasten. En de kringen en gemeenschappen waar je deel van uitmaakt. En de natuur. (Grapje. Maar toch.)